Een van de merkwaardigste verschijnselen in de ontwikkeling van het bouwen is dat wat
komt ná het bereiken van perfectie. Zo heeft de mens eeuwenlang gestreefd naar het
maken van perfect gladde
baksteen.
In de 18e eeuw werd de toen toch al heel strakke steen vaak
geslepen
om een nog gladder oppervlak te krijgen. Pas tegen het eind van de 19e eeuw hielpen
machines de steenbakkers om het gewenste ideaal te bereiken: de
strengperssteen
en de nog gladdere
verblendsteen.
Einde van een zoektocht? Voortaan alles glad en strak?
Zo ging het niet. De ontevreden mens had al snel weer wat te klagen: wat wordt alles toch
glad en strak! Waar is de romantiek van de onvolmaaktheid gebleven? Die oude
handvormsteen,
die leefde, die had nog eens karakter!
En weer leverde de industrie wat gevraagd werd: door van de perfecte strengpersteen de
groenlingen
(gedroogde maar nog niet gebakken steen) weer nat te maken en te bewerken met een roller,
kreeg het oppervlak de gewenste imperfectie. De mens wil bedrogen worden. Kijk maar, sloop
zo'n 'romantisch' muurtje maar eens: alleen
de
strek
of
kop
die in het zicht komt, is nageruwd!
Tekst: Jean Penders (04-2008). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders